Het
ontstaan van deze longstoornis is zeer complex, maar komt in het kort hierop
neer:
Door de verdrinking, de
daaropvolgende ademhalingsstoornis, het zuurstofgebrek in het bloed en de
daaruit volgende overige ontregelingen in de normale bloedwaarden, wordt de
doorgankelijkheid van de wandjes van de longblaasjes (alveolen), ingrijpend
veranderd. Dienen longblaasjes normaal om zuurstof in het bloed te brengen, en
koolzuurgas uit het bloed, thans treedt er ook vocht uit de bloedbaan door de
wanden en komt in de longblaasjes zelf terecht. De longen lopen op deze manier,
van binnenuit vol. Hierbij komt nog dat de ademhaling veel moeilijker wordt,
doordat het surfactant van de longblaasjes verdwijnt, zodat de weerstand van het
longweefsel sterk toeneemt. (Surfactant is een lichaamsstof die als een dun
vliesje over de longblaasjes ligt, en ervoor zorgt dat de longblaasjes open
blijven). In plaats daarvan ontstaat er ontstekingsvocht, en worden er stugge
eiwitten afgezet om de longblaasjes heen.
Al met al een zeer
ongunstige situatie om na een verdrinking weer lekker frisse lucht te kunnen
inademen.
Het ontstane vocht wordt dus
uit de diepste diepten van de longen naar boven geademd, wat in de bovenste
luchtwegen tot een roze-rood schuim wordt. Deze situatie is levensbedreigend en
vereist direct specialistische hulp, liefst op een intensive care.
Fysiologisch is een beademing
met een overdruk nodig, om de longblaasjes met de luchtdruk open de houden,
terwijl alle stoornissen juist een ontplooiing tegengaan. Dit moet gebeuren met
een beademing via een buis in de luchtpijp (intubatie), die eigenlijk al op de
wallekant bij de komst van een ambulance zou moeten worden aangelegd, mits
uitrusting en deskundigheid dit mogelijk maken.
Voor de EHBO-er staat in
deze situatie maar 1 weg open: zeer beslist en krachtig mond op mond blijven
beademen. Dit is moeilijker als anders, omdat de EHBO-er bij elke beademing de
inwendige weerstand zal voelen. Hierbij komen enkele technische problemen,
waarbij het grootste gevaar is dat men bij beademing lucht in de maag van het
slachtoffer blaast, in plaats van in de longen.
Een verdrinkingsslachtoffer
is koud, blauw, nat en vies. Het voelen van tekenen van circulatie is moeilijk,
pulsatie aan de polsslagader is vrijwel altijd afwezig, het kloppen van de
halsslagader kan heel zwak zijn, of er is een sterk verlaagde hartslag.
Drenkelingen zien er hierdoor vaak afschuwelijk uit, en maken een dode indruk.
Laat dit het toepassen van de elementaire eerste hulp nooit beïnvloeden !
(bewustzijn-ademhaling-circulatie = reanimatie)
Een van de meest hardnekkige
misverstanden bij drenkelingen is dat eerst het water uit de longen gehaald moet
worden. Dit blijkt zinloos en betekent altijd kostbaar tijdverlies.
Over de zin van beademing en
reanimatie is bij een nat en koud slachtoffer op de wallekant nooit een
uitspraak te doen: |